De tabernakel (4b) - De Ark

Er staat slechts één voorwerp in: De Ark des Verbonds, de Troon van God.Dit is de plaats waar Hij zelf woont. Hier zijn we in de directe tegenwoordigheid van de eeuwige en almachtige God. Hier mag de hogepriester eenmaal in het jaar binnenkomen, op de Grote Verzoendag. Hier in deze ruimte straalt de shekinah, het licht van de heerlijkheid Gods. Buiten in de Voorhof was het natuurlijke licht van de zon.

De Ark van het Verbond (of: de Verbondskist) staat voor gemeenschap met de almachtige God en ook voor onze deelname aan ‘de Bruiloft van het Lam van God’. De Verbondskist spreekt van Gods troon voor ons en van Zijn gemeenschap in ons.

In de Heilige plaats was het licht van de Kandelaar dat het licht verzorgde.
Hier in het Allerheiligste straalt er een licht uit een andere wereld, een licht van bovennatuurlijke oorsprong!

Als nu de Voorhof dient voor reiniging en het “Heilige” plaats voor opbouw, voor geestelijke groei, waartoe dient dan dit “Heilige der Heiligen” voor ons? Kan er nog meer zijn dat we nodig hebben dan reiniging en opbouw?

Ja, dat kan inderdaad! Want nu komt het aller voornaamste. Reiniging en opbouw zijn hiervoor de voorbereiding slechts!
Het Allerheiligste is de plaats van Gods Troon, het is ook de plaats van Zijn tegenwoordigheid.

Van de plaats van Zijn Troon kunnen we zeggen dat het ingaan hier betekent: een komen onder een veel vollere mate van Gods heerschappij. En dat was toch het doel vanaf de eerste stap door de Poort!
Van de plaats van Gods aanwezigheid kunnen we zeggen, dat het ingaan hier betekent: het ingaan tot een diepere en intiemere en meer persoonlijke gemeenschap met de Heer. En hiertoe heeft God ons mensen geschapen.
God is liefde! Ja, maar liefde moet zich kunnen geven en liefde wil ook beantwoord worden. Wederzijdse liefde is de hoogste vorm van gemeenschap. En tot deze gemeenschap met Hem nodigt het Heilige der Heiligen ons uit. Alles wat daar in Voorhof en Heiligdom aan voorafgaat, is alleen maar een voorbereiding om hiertoe te komen!

In de Bijbel hebben we de geschiedenissen van veel Gods mannen. Ze zijn enorm verschillend, ze komen uit verschillend milieu, ze verschillen in karakter en temperament, ze verschillen in opvoeding en ontwikkeling, ze hebben geheel andere opdrachten in het leven te vervullen, ja ze verschillen op elk denkbaar gebied. Maar op één punt vertonen ze een merkwaardige overeenkomst:

Allen kennen ze de diepere gemeenschap met de Heer!

Van Genesis tot Openbaring loopt als een gouden draad door de gehele Bijbel heen de gedachte van 'de gemeenschap met God'.
Henoch en Noach wandelden met God, Abraham werd een vriend van God genaamd, Mozes sprak met God van aangezicht tot aangezicht, David was een man naar Gods hart en zo konden we doorgaan.

Eén van de meest voorkomende vragen is wel: Hoe kan ik de wil van God in mijn leven te weten komen? Wat is daartoe nodig?

Het antwoord is: Daartoe zijn nodig een Poort, een Altaar, een Wasvat, een Gouden Kandelaar, een Tafel der Toonbroden, een Gouden Altaar en een Troon.

Het is tevens het antwoord op de vraag: Hoe kan ik een diepere gemeenschap met de Heer beleven? Wat is daartoe nodig?