De tabernakel (4a) - Heilige der Heiligen

Het Heilige der Heilige was de plaats waar de glorie van God woonde in de tabernakel. Net zoals in het nieuwe Jeruzalem (die de kerk symboliseert), was ook dit een exacte kubus: "Haar lengte, breedte en hoogte waren gelijk".

Openbaring 21:16
En de stad lag daar als een vierkant, haar lengte was even groot als haar breedte. En hij mat de stad met de meetlat op: twaalfduizend stadiën. Haar lengte, breedte en hoogte waren gelijk. 
Niemand - zelfs een priester niet - werd toegestaan om het Heilige der Heiligen in te gaan. Zelfs de Hogepriester kon slechts een keer per jaar binnengaan om boete te doen voor de zonden van de mensen. Dit benadrukt het feit dat de weg naar de onmiddellijke aanwezigheid van God nog niet open was voor elke man (Hebreeën 9:8). We leren hierbij dat zelfs de beste van de oudtestamentische heiligen, bij wijze van spreken, slechts tot in het heilige kon komen.

Voorhangsel
Het gordijn dat scheiding maakte tussen “het Heilige” en “het Heilige der Heiligen” van de Tabernakel.

Het betekent: de kruisiging voor ons (Jezus), alsook: de kruisiging in ons. Het staat voor onberispelijkheid alsook voor heiligheid. Binnen dit Voorhangsel zijn, wil dan zeggen, opgenomen-zijn in heerlijkheid, dit wijst heen naar het “altijd met de Here zijn” (binnen het eeuwige Voorhangsel).

Merk op, dat bij alle 3 de ingangen (Poort, Deur en Voorhangsel) de mogelijkheid bestond en bestaat – in die dagen letterlijk en nù geestelijk – om òf BINNEN te zijn òf BUITEN te staan!

De binnenruimte van de heilige Woning werd in twee afdelingen afgedeeld door een Voorhangsel of Voorhang (In Hebreewus. parocheth d. i. scheiding).  

Heb 9:3 en 4
Maar achter het tweede voorhangsel was het gedeelte van de tabernakel dat het heilige der heiligen werd genoemd, met een gouden wierookvat en de ark van het verbond, die geheel met goud overtrokken was. In deze ark lagen de gouden kruik met het manna en de staf van Aäron, die gebloeid had, en de stenen tafelen van het verbond.

Dit tweede voorhangsel diende tot scheiding en tot bedekking (afscherming) van de ark. Vandaar de uitdrukking 'voorhang van het deksel' (SV), 'voorhangsel ter bedekking' (NBG51). 'voorhangsel ter afscherming' (HSV). 

Ex 40:21 
Hij bracht de ark in de tabernakel, hing het voorhangsel ter afscherming op en schermde de ark van de getuigenis af, zoals de HEERE Mozes geboden had.

Het was van dezelfde stof, kleur en maaksel als het byssuskleed, het onderste dekkleed. Het was dus van hemelsblauw, purper, scharlaken en fijn getweernd linnen, van "het allerkunstigste werk" met afbeeldingen van cherubs erop.

Ex. 36:35
Daarna maakte men een voorhangsel van blauwpurperen, roodpurperen en scharlakenrode wol en dubbeldraads fijn linnen; als werk van een kunstenaar maakte men het, met cherubs erop.

Deze voorhang hing onder de verbinding van de beide delen van het onderste dekkleed, dus 20 ellen van de ingang en 10 van de achterkant. Hij was door middel van gouden haken opgehangen aan vier met goud overtrokken acaciahouten kolommen of pilaren, die op gegoten zilveren voetstukken rustten (Ex. 36:36). 

Ieder voetstuk was vervaardigd van een talent zilver (Ex. 38, 27), waaruit men terecht heeft afgeleid dat hun omvang de helft van een berd bedroeg; of zij rond dan wel cilindervormig of vierkant waren, wordt niet gezegd; de uitdrukking “pilaar of kolom" past op elke vorm; voor een vierkanten vorm pleit, dat de Tabernakel volstrekt geen ronde vormen kent.

Dit binnenste voorhangsel is aan het andere, dat van het Heilige, nagenoeg gelijk, maar met dit verschil, dat het niet geborduurd, maar geweven was.  

Tussen het Heiligdom en het Allerheiligste hangt het voorhangsel. Het is een gordijn, in de bekende vier kleuren uitgevoerd, met cherubs daarop ingeweven en hangt aan vier pilaren. 

Het herinnert ons aan het voorhangsel in de tempel, dat van boven naar beneden scheurde toen Jezus aan het kruis de geest gaf.
Door dit voorhangsel treden we binnen in het Heiligste plekje op aarde. Deze ruimte is 10 el lang, 10 el breed en 10 el hoog, dus een volmaakte kubus. 

Matth. 27:51
En zie, het voorhangsel van de tempel scheurde in tweeën, van boven tot beneden; de aarde beefde en de rotsen scheurden;