Tabernakel en de stammen van Israel

Lange tijd was ik bezig met de tabernakel, om daar meer inzichten in te krijgen. Nu op mijn zoektocht ben ik nog meer tegen gekomen wat waard is te vermelden. Want de tabernakel was de plek waar God tussen de mensen was, waar God woonde. En de stammen van Israel waren rondom de plek gesitueerd, maar wel op een bijzondere manier.



De tabernakel was het centrum van de stammen van Israël. De stam van Levi was de stam die voor de tabernakel moesten zorgen. 

Om deze stam Levi werden de andere stammen gepositioneerd. Hier zien we iets bijzonder ontstaan. Allereerst zien we dat de stammen alleen in de richting van noord, zuid, oost en west zijn geplaatst. Nooit in de tussenliggende gebieden zoals noordoost, zuidwest enz.
Verder had iedere zijde een eigen vaandel.

In Numeri 2 geeft God duidelijke instructies waar iedere stam zijn tenten moest plaatsen in de vier richtingen van een kompas, drie stammen naar het noorden, drie naar het zuiden, drie naar het oosten en drie naar het westen. 

Oostkant, kamp Juda.
“Zij dan die hun kamp opslaan in oostelijke richting, waar de zon opkomt, vallen onder het vaandel van het kamp van Juda, ingedeeld naar hun legers. (HSV, Num. 2:3)
Het vaandel hier was een “Leeuw” 

Zuidkant, kamp Ruben
“Het vaandel van het kamp van Ruben zal, ingedeeld naar hun legers, aan de zuidkant zijn. (HSV, Num 2:10).
Het vaandel hier is de “Mens” 

Westkant, kamp “Ephraim”
“De geslachten van de Gersonieten moeten hun kamp opslaan achter de tabernakel, aan de westkant. (HSV, Num 3:23)”
Het vaandel is “Os”.

Noordkant, kamp “Dan” 
“De leider nu van de familie van de geslachten van Merari was Zuriël, de zoon van Abichaïl; zij moeten hun kamp opslaan terzijde van de tabernakel, aan de noordkant. (HSV, Num 3:35)
Het vaandel is “adelaar”.

Het verborgen kruis.
Maar wat interessanter is, is dat het aantal mensen in iedere stam niet even groot was. Als we dieper duiken in nummeri komen we tot de volgende aantallen.

64,600 + 54,400 + 57,400 (Juda, Issaschar en Zebulon, naar het Oosten) = 186,400
46,500 + 59,300 + 45,650 (Ruben, Simeon en Gad, naar het Zuiden) = 151,450
40,500 + 32,200 + 35,400 (Efraim, Manasse en Benjamin, naar het Westen) = 108,100
62,700 + 41,500 + 53,400 (Dan, Aser en Naftali, naar het Noorden) = 157,600

Als je deze nummers in centimeters zou vertalen en probeert om dat tekenen dan krijg je een kruis (met de afmetingen van 18.6 bij 10.8, 15.1en 15.7). De onderkant van het kruis bevat de talrijkere stammen van Juda, Issaschar en Zebulon die zich uitstrekken naar het Oosten en aan de bovenkant is het nageslacht van Rachel, tenten die naar het Westen wijzen, met twee armen van kampen met een gelijk aantal mensen die zich uitstrekken naar het Noorden en het Zuiden. Is dat toeval? Ik denk niet dat God aan toeval doet. Nu zien we iets unieks ontstaan. Hiervoor moeten we de opstelling vanuit een helikopter perspectief bekijken. Er ontstaat door deze opstellingen een kruis. 


En merk op, dit komt vanuit de Torah, niet vanuit het Nieuwe Testament. Onderstaande uitspraak is eens gegeven door onder andere Chuck Missler.

“Het Nieuwe Testament is het Oude Testament verborgen, het Oude Testament wordt in het Nieuwe Testament onthuld.”

Nog een gaaf detail. De omheining van de tabernakel is een witte wand, dat hebben we eerder gezien. Bijzonder zijn nu 2 kenmerken.

Kenmerk 1
Uit de Tabernakel van Johan de Heer: "Maar deze witte muur predikte eveneens dat er door de zonde een scheiding was gekomen tussen God en de mens (Jes 59:2); dat in het Noorden noch in het Zuiden noch in het Westen toegang verleend werd. — Alleen in het Oosten tegen de opgang" (Ex 38:13)

Kenmerk 2
Dan zien we dat het stam van Juda, recht tegenover de ingang staat van de Tabernakel. En wie kwam voort uit de stam van Juda? Jezus. En Jezus behoort dus tot het kamp van Judah, die dan ook weer het vaandel heeft van de “Leeuw”


Leeuw van Juda, Lam van God.
Dat het kamp van Juda de vaandel met de leeuw droeg, is niet verwonderlijk. Immers alles in de Bijbel heeft doel en is verbonden met elkaar.

Deze 2 namen, leeuw en lam, vind je in de Bijbel, bijvoorbeeld in Openbaring 5:5. Daar staat: "Ween niet! Zie, de Leeuw Die uit de stam van Juda is heeft overwonnen." Een leeuw is een koninklijke verschijning. De Leeuw, hier in Openb. 5, is Jezus Christus. 

Hij heeft de strijd alleen gestreden. Hij moest de duivel overwinnen; dat heeft Hij gedaan. Satans kop is vermorzeld/verbrijzeld; zijn macht is gebroken. Christus moest de dood en de hel overwinnen; dat heeft Hij gedaan. Hij heeft de dood verslonden tot overwinning. Iets wat verslonden is, dat is totaal overwonnen. Christus moest alle schuld betalen; dat heeft Hij gedaan - volkomen. "De schuld Uws volks hebt G’ uit Uw boek gedaan." Christus is de grote Overwinnaar. 

Hij is inderdaad de Leeuw uit Juda’s stam. En het Lam Gods. Wat een rijkdom kun je vinden in de Bijbel.
En vooral, mijn zoektocht gaat voort.