Deze overdenking gaat over het “nut” van het belijden van (oude) zonden en het effect ervan in uw huidige leven, in uw gezin, en in uw omgeving. Het tekstgedeelte waar het hier om gaat vinden we in Jesaja 59.
Ik wil graag de volgende verzen bekijken, verzen 1-3, 19 en 21. En mocht u deze verzen begrepen hebben, dan is het raadzaam om wellicht Jesaja 59 in zijn geheel te lezen.
Jesaja 59, vers 1-3
Maar laten we
eerst de eerste 3 verzen lezen.
1 Zie, de hand van de HEERE is niet te
kort dat ze niet zou kunnen verlossen,
en Zijn oor is niet toegestopt dat het
niet zou kunnen horen.
2 Maar uw ongerechtigheden maken
scheiding
tussen u en uw God,
uw zonden doen Zijn aangezicht voor u
verborgen zijn,
zodat Hij u niet hoort.
3 Want uw handen zijn met bloed besmet,
en uw vingers met ongerechtigheid.
Uw lippen spreken leugen,
uw tong brengt onrecht tot uiting.
Zegen word tegen gehouden
Er kunnen vele
zaken zijn die de Zegen van Jezus tegenhouden. Als we deze verzen al lezen,
eigenlijk geheel Jesaja, dan zien we dat veel ons tegenhoudt in het verkrijgen
van Zijn Zegen.
In ons leven
nemen we veel ervaringen mee, die we in onze rugzak stoppen. Ervaringen die
positief zijn, maar ook ervaringen welke negatief zijn. Op het moment dat we
tot bekering komen, kunnen we al de negatieve ervaringen voor de aan de voeten
van het Kruis van Jezus neerleggen, waarna Hij het wegneemt.
Het kan zijn
dat bepaalde ervaringen uit het vroegere leven, nog niet bij Hem neergelegd
zijn.
En die kunnen
ervoor zorgen, zoals ik lees in vers 2, “Maar
uw ongerechtigheden maken scheiding tussen u en uw God, uw zonden doen Zijn
aangezicht voor u verborgen zijn, zodat Hij u niet hoort.”, dat deze zaken
verdere zegeningen in de weg staan.
Wellicht heb je
het weggestopt, of niet meer aan gedacht hebt. Dus kan het zo maar zijn, dat als
je strijd voelt en meemaakt, waarvan je je afvraagt waar het weg komt, dat die
strijd, in verbinding staat met nog niet ter sprake gekomen oude zonden.
Het heeft ook
invloed op je nageslacht. Iets in vroeger tijd in jouw leven, wat nog niet bij
Hem is gebracht, zal invloed hebben op je gezin, vers 2 laat het ons zien.
Het is oorzaak
en gevolg.
“uw zonden doen Zijn aangezicht voor u
verborgen zijn, zodat Hij u niet hoort.”
En daardoor
zijn alle ander zaken besmet zoals we lezen in vers 3, (en de rest van dit
hoofdstuk):
“Want uw handen zijn met bloed besmet, en
uw vingers met ongerechtigheid.
Uw lippen spreken leugen, uw tong brengt
onrecht tot uiting.”
En als je dit
hoofdstuk verder leest zal denk ik doordringen hoe de vork in de steel zit.
Hoe ga je dat
doen? Een gedachte kan zijn, ik ga alles in 1 gebed aan Hem openbaren, dan weet
Hij ervan en dan is het klaar. Maar is dat wel de goede weg. Kun je niet beter
het volgende overwegen? Schrijf het op en belijdt het dan aan Hem.
Stuk voor stuk
te benoemen, belijden, wat er destijds is voor gevallen, en dat dan brengen aan de voet
van het Kruis. En dan Hem vragen of Hij het weg wel nemen.
Als je dat stuk
voor stuk doet, dan benoem je het ook expliciet, zodat God weet om welk deel
het gaat.
Anders moet Hij
een keus maken uit de verkeerde hoofdstukken van je leven, maar Hij wil dat jij
dat doet, en het aan Hem verteld, en vraagt om het weg te nemen. Zodat je zelf
overzicht krijgt met wat je wel en niet verteld hebt.
En leg dan
alles neer, en houd niet een klein stukje achter om zelf mee aan het werk te
gaan. Hij kan dat beter dan wij. En als het bij het Kruis ligt…laat het daar!
Op deze manier
zal het bloed van Jezus je reinigen. En zult je zelf gewassen worden. Herinnert
u zich de tabernakel nog?
U komt binnen
door de voorhang in Gods Koninkrijk, een stap die u zelf mag doen. In het
voorhof komt dan eerst het brandoffer altaar tegen, waar Jezus voor u aan het
Kruis is gestorven, en dan tussen het brandofferaltaar en de ingang van het
Heilige zie je het wasvat. Daar moeten we ons eerst reinigen voor dat we door
de poort van het Heilige binnengaan.
Dus je moet je reinigen
bij het wasvat, eigenlijk het neerleggen van de zonden aan het kruis, kunnen we
verder naar het Heilige.
Dus we moeten
niet alleen onze dagelijkse zonden voor Hem neerleggen, maar ook moeten kijken
naar vroeger?
Ja, het is een
heel proces, een proces wat alsmaar door gaat, maar het is een proces als het
slijpen van een diamant. Ieder facet zal door God worden geslepen, net zo lang
tot het af is. Iedere verontreiniging in de diamant, zal het resultaat beïnvloedden,
zal u leven beïnvloedden.
En als die
zonden weg zijn, dan kan de tegenstander er niets meer mee doen, dan is het
weggehaald door onze Heiland, voorgoed opgeborgen bij Hem, Hij weet ervan. En
dan zult je zien dat de Heere gaat strijden voor jou!
Waarom? Omdat
Hij nu de zonde van jou heeft, deze kent, en daardoor weet wat de tegenstander
wil gaan doen. En dan kan Hij je beschermen en Zegenen.
En dan zal
gebeuren wat in Jes. 59 vers 19 staat.
Dan zullen zij de Naam van de HEERE
vrezen vanwaar de zon ondergaat,
en Zijn heerlijkheid van waar de zon
opkomt.
Als de vijand zal komen als een rivier,
zal de Geest van de HEERE de banier
tegen hem oprichten.
En onze
belijdenis, zelf verwoord, zal worden tot een Zegen zoals we lezen in Jes.
59:21
Wat Mij betreft, dit is Mijn verbond met
hen, zegt de HEERE: Mijn Geest, Die op U is, en Mijn woorden die Ik U in de
mond gelegd heb, zullen uit Uw mond niet wijken, ook niet uit de mond van Uw
nakomelingen, evenmin uit de mond van de nakomelingen van Uw nakomelingen, zegt
de HEERE, van nu aan tot in eeuwigheid.