Al een tijd heb ik op het hart om wat te vertellen over de tabernakel. Ik ben er al een tijd mee bezig, om te bestuderen waarom de tabernakel is gemaakt en welke symboliek er in verscholen is. Het is net als de Bijbel, door het te bestuderen zie je ook na verloop van tijd de diepere betekenis ervan. Dit gedeelte gaat dieper in op de symboliek van de Tabernakel zoals door God beschreven is.
Ik weet dat er nog veel meer te vinden is, over de tabernakel, en besef me terdege dat nog niet alles compleet is, maar ik heb het op mijn hart om de hoogtepunten te noteren wat ik tot nu toe gevonden en verzameld hebt. En het is goed om ook andere vertalingen in te zien, voor de betekenis van sommige woorden.
Omheining
De
oppervlakte van het fijn getweernd linnen is 1500 vierkante ellen en dit linnen houdt
het terrein Gods omheind. Het fijn
getweernd typeert de
rechtvaardigheid Gods, in
dit geval, de gerechtigheid van Gods wet.
Wat
zullen wij dan zeggen? Is de wet zonde? Volstrekt niet! Ja, ik zou de zonde
niet hebben leren kennen dan door de wet. Ik zou immers ook niet geweten hebben
dat begeerte zonde was, als de wet niet zei: U zult niet begeren.
Maar de
zonde heeft door het gebod een aanleiding gevonden en in mij allerlei begeerte
teweeggebracht, want zonder de wet is de zonde dood.
Ik nu
leefde voorheen zonder wet, maar toen het gebod kwam, is de zonde weer levend
geworden. Ik echter ben gestorven.
En het
gebod, dat tot leven had moeten leiden, bleek voor mij de dood te betekenen.
Want de
zonde heeft door het gebod een aanleiding gevonden en mij misleid en daardoor
gedood.
Zo is
dan de wet heilig, en het gebod is heilig en rechtvaardig en goed.
De 1500
vierkante ellen van het fijn getweernd linnen zijn daarom ook een schaduwbeeld
van gods wet, die 1500 jaren vĆ³Ć³r christus werd gegeven en door hem werd
vervuld.
60 pilaren
Het fijn
getweernd linnen wordt door 60 pilaren opgehouden.
Deze 60
pilaren wijzen ons op mensen! Want mensen kunnen in bijbelse beeldspraak onder
voorwaarden
wel met pilaren worden vergeleken.
Openb. 3:12
De 60
pilaren hadden koperen voeten, zoals overigens ook de objecten die op het
voorhof stonden, die waren ook van koper.
Deze
pilaren typeren 60 personen, namelijk : "geloofshelden". Deze
vinden we in Hooglied 3 vers 7
Zie, de draagstoel voor Salomo.
Daaromheen zestig helden, uit de
helden van Israƫl.
Hier is
sprake van 60 helden die Salomo omringen, zoals ook 60 pilaren de voorhof van
de tabernakel omringen.(Ex.27:9-19). Ook David werd omringd door helden (2Sam.
23:8) Jezus zal zich ook omringen door helden, dit wijst om de gemeente, die
Hem zal volgen bij Zijn Wederkomst (Openb.19:11-16).
Koperen voeten
Koper is
een metaal dat vaak in de Schrift genoemd wordt en een plaats in de bijbelse
symboliek heeft. Het spreek van gerechtigheid die aan de eisen van Gods recht
voldoet.
Vooral
het verhaal van de koperen slang in Num. 21:5-9, is
in dit opzicht
heel verhelderend.
" Toen
maakte Mozes een koperen slang en zette hem op de staak. En het gebeurde als de
slang iemand beet dat hij naar de koperen slang keek en in leven bleef."
Ophanging
De doeken moesten ook worden opgehangen. Dit
omheining doek werd niet met koper, maar met zilveren banden en zilveren
haakjes aan de
pilaren bevestigd (Ex. 27:16-17 en Ex. 38:16-17). En de kop van de pilaar werd
met zilver overtrokken.
Het metaal zilver wijst ons (in geestelijke zin) op het verzoenende Bloed van Jezus. In Ex. 38:25-28 kunt u lezen, dat deze door het volk betaalde zilveren losprijs ook werd gebruikt voor de fundatie van de Tabernakel. Het gebouw van God, Zijn tempel, Zijn Lichaam, staat gefundeerd op het Bloed van Jezus. Kinderen Gods zijn met elkaar verbonden en gerechtvaardigd door Jezus’ Bloed.
De doeken moesten ook worden bevestigd, en dit vinden we terug in Ex. 28:17, "Alle pilaren rondom de voorhof moeten verbindingen van zilver krijgen. Hun haken moeten van zilver zijn en hun voetstukken van koper".
De Staten vertaling geeft het zo weer: "Al de pilaren des voorhofs zullen rondom met zilveren banden bezet zijn; hun haken zullen van zilver zijn, maar hun voeten zullen van koper zijn."
Ik haal hier het woord bezet uit. De frase “bezet zijn” is “mechoesjakiem” in het Hebreeuws. Het is een werkwoordsvorm van de stam “chaasjak” dat “liefhebben, liefelijk omhelzen, verlangen naar, hecht verbonden zijn, hangen aan, redden” betekent.
Wat een mooi beeld is dit. Jezus stortte Zijn verzoenende Bloed uit liefde voor en verlangen naar ons. Dit vormt een hechte en een eeuwige band.
" Hierdoor zullen allen inzien dat u Mijn discipelen bent: als u liefde onder elkaar hebt." (Joh. 13:35).
Het volgende object dat we gaan bekijken is dan de ingang.