Tabernakel (1a) - De omheining


Al een tijd heb ik op het hart om wat te vertellen over de tabernakel. Ik ben er al een tijd mee bezig, om te bestuderen waarom de tabernakel is gemaakt en welke symboliek er in verscholen is. Het is net als de Bijbel, door het te bestuderen zie je ook na verloop van tijd de diepere betekenis ervan. Dit gedeelte gaat dieper in op de symboliek van de Tabernakel zoals door God beschreven is.



Ik weet dat er nog veel meer te vinden is, over de tabernakel, en besef me terdege dat nog niet alles compleet is, maar ik heb het op mijn hart om de hoogtepunten te noteren wat ik tot nu toe gevonden en verzameld hebt. En het is goed om ook andere vertalingen in te zien, voor de betekenis van sommige woorden.

Omheining
De oppervlakte van het fijn getweernd linnen is 1500 vierkante ellen en dit linnen houdt het terrein Gods omheind. Het fijn getweernd typeert de rechtvaardigheid Gods, in dit geval, de gerechtigheid van Gods wet.

In Rom. 7: 7-12 lezen we het volgende.


Wat zullen wij dan zeggen? Is de wet zonde? Volstrekt niet! Ja, ik zou de zonde niet hebben leren kennen dan door de wet. Ik zou immers ook niet geweten hebben dat begeerte zonde was, als de wet niet zei: U zult niet begeren.
Maar de zonde heeft door het gebod een aanleiding gevonden en in mij allerlei begeerte teweeggebracht, want zonder de wet is de zonde dood.
Ik nu leefde voorheen zonder wet, maar toen het gebod kwam, is de zonde weer levend geworden. Ik echter ben gestorven.
En het gebod, dat tot leven had moeten leiden, bleek voor mij de dood te betekenen.
Want de zonde heeft door het gebod een aanleiding gevonden en mij misleid en daardoor gedood.
Zo is dan de wet heilig, en het gebod is heilig en rechtvaardig en goed.

De 1500 vierkante ellen van het fijn getweernd linnen zijn daarom ook een schaduwbeeld van gods wet, die 1500 jaren vĆ³Ć³r christus werd gegeven en door hem werd vervuld.

60 pilaren
Het fijn getweernd linnen wordt door 60 pilaren opgehouden.
Deze 60 pilaren wijzen ons op mensen! Want mensen kunnen in bijbelse beeldspraak onder
voorwaarden wel met pilaren worden vergeleken.

Openb. 3:12
 Wie overwint, hem zal Ik tot een zuil in de tempel van Mijn God maken, en hij zal daaruit niet meer weggaan. En Ik zal de Naam van Mijn God op hem schrijven en de naam van de stad van Mijn God, het nieuwe Jeruzalem, dat neerdaalt uit de hemel, bij Mijn God vandaan, en Mijn nieuwe Naam.

De 60 pilaren hadden koperen voeten, zoals overigens ook de objecten die op het
voorhof stonden, die waren ook van koper.
Deze pilaren typeren 60 personen, namelijk : "geloofshelden". Deze vinden we in Hooglied 3 vers 7

Zie, de draagstoel voor Salomo.
Daaromheen zestig helden, uit de helden van Israƫl.

Hier is sprake van 60 helden die Salomo omringen, zoals ook 60 pilaren de voorhof van de tabernakel omringen.(Ex.27:9-19). Ook David werd omringd door helden (2Sam. 23:8) Jezus zal zich ook omringen door helden, dit wijst om de gemeente, die Hem zal volgen bij Zijn Wederkomst (Openb.19:11-16).

Koperen voeten
Koper is een metaal dat vaak in de Schrift genoemd wordt en een plaats in de bijbelse symboliek heeft. Het spreek van gerechtigheid die aan de eisen van Gods recht voldoet.

Vooral het verhaal van de koperen slang in Num. 21:5-9, is in dit opzicht heel verhelderend.

" Toen maakte Mozes een koperen slang en zette hem op de staak. En het gebeurde als de slang iemand beet dat hij naar de koperen slang keek en in leven bleef." 

Ophanging
De doeken moesten ook worden opgehangen. Dit omheining doek werd niet met koper, maar met zilveren banden en zilveren haakjes aan  de pilaren bevestigd (Ex. 27:16-17 en Ex. 38:16-17). En de kop van de pilaar werd met zilver overtrokken.

Het metaal zilver wijst ons (in geestelijke zin) op het verzoenende Bloed van Jezus. In Ex. 38:25-28 kunt u lezen, dat deze door het volk betaalde zilveren losprijs ook werd gebruikt voor de fundatie van de Tabernakel. Het gebouw van God, Zijn tempel, Zijn Lichaam, staat gefundeerd op het Bloed van Jezus. Kinderen Gods zijn met elkaar verbonden en gerechtvaardigd door Jezus’ Bloed.

De doeken moesten ook worden bevestigd, en dit vinden we terug in Ex. 28:17, "Alle pilaren rondom de voorhof moeten verbindingen van zilver krijgen. Hun haken moeten van zilver zijn en hun voetstukken van koper".

De Staten vertaling geeft het zo weer: "Al de pilaren des voorhofs zullen rondom met zilveren banden bezet zijn; hun haken zullen van zilver zijn, maar hun voeten zullen van koper zijn." 

Ik haal hier het woord bezet uit. De frase “bezet zijn” is “mechoesjakiem” in het Hebreeuws. Het is een werkwoordsvorm van  de stam “chaasjak” dat “liefhebben, liefelijk omhelzen, verlangen naar, hecht verbonden zijn,  hangen aan, redden” betekent. 

Wat een mooi beeld is dit. Jezus stortte Zijn verzoenende Bloed uit liefde voor en verlangen naar ons. Dit vormt een hechte en een eeuwige band. 

" Hierdoor zullen allen inzien dat u Mijn discipelen bent: als u liefde onder elkaar hebt." (Joh. 13:35). 

Het volgende object dat we gaan bekijken is dan de ingang.