In deze blog wil ik het graag hebben over het verschil tussen de "naam van God geschreven op de voorhoofd" en het merkteken op het voorhoofd, wat van een heel andere orde is.
Door het lezen van Openbaring 14 vers 1, kwam ik op de gedachte om dit verder te gaan onderzoeken. In dat Bijbelgedeelte staat:
"En ik zag, en zie, het Lam stond op de berg Sion, en bij Hem honderdvierenveertigduizend mensen met op hun voorhoofd de Naam van Zijn Vader geschreven." (Op 14:1 HSV)
Ik vond dit een boeiend gedeelte, omdat hier gesproken wordt over het feit dat hier op de voorhoofd van de mensen, de Naam van Zijn Vader geschreven was. Dat is wat Johannes ziet in dit gedeelte van de Bijbel.
"Hij ziet het Lam staan op de berg Sion. Het Lam dat door God tot koning gesteld is over Sion. Maar het Lam staat daar niet alleen, Hij staat daar met honderdvierenveertigduizend, op wier voorhoofden zijn naam en de naam van zijn Vader geschreven stonden" (Op. 14:1).
In Openbaring 7, verzen 2-4 vinden we dit ook al terug.
"En ik zag een andere engel opkomen van waar de zon opgaat, met het zegel van de levende God. En hij riep met luide stem tegen de vier engelen aan wie het gegeven was de aarde en de zee schade toe te brengen,
en zei: Breng geen schade toe aan de aarde, en ook niet aan de zee en de bomen, totdat wij de dienaren van onze God aan hun voorhoofd verzegeld hebben.
En ik hoorde het aantal van hen die verzegeld waren: honderdvierenveertigduizend waren er verzegeld uit alle stammen van de Israëlieten." (Op 7:2-4)
In dit hoofdstuk wordt nadrukkelijk gezegd dat ze uit de twaalf stammen van Israël zijn (...verzegeld uit alle stammen van de Israëlieten Op 7:4)
Maar hier wordt ook erbij gezegd dat op hun voorhoofd de naam van Jezus en de naam van de Vader geschreven staan. Ze zijn onderscheiden van alle anderen. Zij hebben het zegel van de levende God op hun voorhoofd. Iedereen die dit zegel heeft, behoort tot dit gezelschap. Dit onderscheidingsteken wordt “de Naam van Zijn Vader” genoemd.
"En ik zag, en zie, het Lam stond op de berg Sion, en bij Hem honderdvierenveertigduizend mensen met op hun voorhoofd de Naam van Zijn Vader geschreven." (Op 14:1)
Ezechiël heeft waarschijnlijk hetzelfde te zien gekregen. Hij spreekt van een “teken” op het voorhoofd wat we kunnen vinden in Ezechiel 9 vers 4, “En de HEERE zei tegen Hem: Trek midden door de stad, midden door Jeruzalem, en zet een merkteken op de voorhoofden van de mannen die zuchten en kermen over al de gruweldaden die in het midden ervan gedaan worden.”
Henk Binnendijk legt de betekenis van de zegel zo goed uit.
“De term “zegel” kennen we in verband met officiële documenten. Een zegel bevat de naam van de persoon die het document gemaakt heeft, zijn ambt of zijn rang, en de omvang van zijn ambtsgebied. Het zegel dat op de voorhoofden van de honderdvierenveertigduizend wordt geplaatst, is het zegel van de levende God.
Zegels worden gehecht aan wetten en aan officiële documenten. Daarom moeten we zoeken naar het zegel van God, dat aan Zijn wet gehecht is. De profeet Jesaja keek door de eeuwen heen in de toekomst. Hij zag een volk dat verwachtte, dat Christus uit het hemels heiligdom naar de aarde zou komen.
De boodschap van God aan deze mensen, maar ook de mens nu, was: “Verzegel de wet onder Mijn leerlingen!”
(Isa 8:16)”
We zien hier dus een verzegeling op mensen doordat naam van God geschreven op de voorhoofden van de mensen.
Maar we kennen ook een ander merkteken, die van de tegenstander, het beest. Let op we praten hier over een merkteken, niet dat wat God geschreven had op de voorhoofden van de mensen.
Wat is de betekenis ervan? Het Griekse woord dat vertaald is met ‘merkteken’ is het onzijdige zelfstandige naamwoord caragma.
De betekenissen van dit woord zijn:
- Brandmerk, teken, merkteken. Voorbeelden: een brandmerk op paarden; het merkteken van het Beest, op de rechterhand of op het voorhoofd van mensen.
- Iets dat uitgesneden is, beeldhouwwerk. Voorbeeld: afgodsbeelden.
Ik zal de betekenissen aan de hand van Gods Woord verder toelichten.
Betekenis 1: Brandmerk, teken, merkteken.
Openbaring 13:16-18
En het maakt dat men aan allen, kleinen en groten, rijken en armen, vrijen en slaven een merkteken geeft op hun rechterhand of op hun voorhoofd, en het maakt dat niemand kan kopen of verkopen, behalve hij die dat merkteken heeft, of de naam van het beest of het getal van zijn naam.
Ofwel zodra je dat merkteken aanneemt, dan leef je gebonden. Een ander bepaalt wat jij moet gaan doen, je kunt niet meer betalen, kopen, verkopen.
Je bent traceerbaar, je kunt je niet verschuilen en mensen kunnen op afstand uitgeschakeld worden. Utopie? Nee geheel niet. Chips dringen onze wereld binnen. Universele bankcodes zijn realiteit. De overheid weet meer van je dan je denk. Overal word je gevolgd door camera’s. Meeste mensen zeggen “Ik heb niets te verbergen”, we vinden het goed, maar dat is mee gaan met de massa.
Degenen die het merkteken ontvangen doen dat niet zomaar. Ze zijn overtuigd. Maar deze overtuiging berust op misleiding. Door de tekenen die de valse profeet heeft gedaan zijn ze misleid. Aan de acceptatie van het merkteken gaat dus misleiding vooraf.
“En het maakt dat men aan allen, kleinen en groten, rijken en armen, vrijen en slaven een merkteken geeft op hun rechterhand of op hun voorhoofd, (Opb 13:16)”
Betekenis 2: Beeldhouwwerk, afgodsbeelden.
Dat laatste komt me ergens bekend voor. Hiervoor moeten we terug het het boek Daniel.
"Nu zijn er Joodse mannen die u over het bestuur van het gewest Babel hebt aangesteld, namelijk Sadrach, Mesach en Abed-Nego. Deze mannen hebben op uw bevel, o koning, geen acht geslagen. Uw goden vereren zij niet, en het gouden beeld dat u hebt opgericht, aanbidden zij niet." (Daniel 3:12 HSV)
Op het moment dat de muziek inzet, en heel de menigte zich neerwerpt, om het beeld van Nebukadnezar te aanbidden, vindt er iets opvallends plaats. Tot op dat moment had de menigte een eenheid geleken. Maar er waren 3 mannen die niet bogen voor het afgods beeld.
Wat is het resultaat als je weigert.
Hun weigering om te buigen, en God te volgen en vertrouwen op Hem resulteerde in Daniel 3 vers 29 en 30.
“Daarom wordt door mij een bevel uitgevaardigd dat elk volk, elke natie of taal die lasterlijke dingen zegt over de God van Sadrach, Mesach en Abed-Nego, in stukken zal worden gehouwen en dat zijn huis tot een mesthoop zal worden gemaakt, want er is geen andere god die zo redden kan.
Toen maakte de koning Sadrach, Mesach en Abed-Nego voorspoedig in het gewest Babel.”
Waar de drie vrienden van Daniël moesten kiezen om een letterlijk beeld wel of niet te aanbidden, daar moeten wij kiezen voor de helderheid van het ware evangelie boven de verwarring van het Babylon van deze tijd.
Weigeren is overwinnen!
Het weigeren is de juiste keus zijn en geeft ons overwinning.
"Toen maakte de koning Sadrach, Mesach en Abed-Nego voorspoedig in het gewest Babel."